zondag 14 juni 2009

een veldje en een bestemming

Ieder lapje van de lappendeken grond die als ons eigendom op een papier getekend staat, kent een nummer. Als Tony spreekt over veldje 315 heeft dat feitelijk alles met het franse kadaster te maken, maar verder helemaal niets. Veldje 315 is een begrip geworden.
Al jaren lijkt het lapje grond voorbestemd voor de gedroomde 'potager', een groentetuin van pittige afmetingen. Het ligt naast de grote oude ruïne, die de naam 'maison brulée' al droeg voor wij hier ooit zijn neergestreken. Toen we de watermolen kochten, kochten we het hele pakket, dat de vorige bevriende eigenaars ook weer ooit in die vorm hadden bemachtigd. In zekere zin vormt de 'maison brulée' daarvan het centrum. De molen was eigenlijk een soort aanhangsel en in ieder geval nooit gebouwd om als woning te dienen. Het lag daar ergens onder aan het water, wat ongunstig was voor een huisje als je denkt aan de winter, aan zonne-uren en aan de noordenwind die vanaf het plateau precies in het gat valt waar zij staat. Bovendien was ze moeilijk te bereiken.
Als er ooit een (karre)weggetje was geweest om de te malen kastanjes naar de molen te vervoeren, dan is dat in de loop der jaren goed verdwenen en de ouden zijn het er niet over eens waar en hoe die weg precies gelopen heeft. Wij maakten jaren terug de onze. Het woord 'weg' mag een eer heten. Het is een soort geitepad voor 4x4 auto's. Wat overigens niks zegt over de het zweet waarmee hij is geplaveid. Het is vanzelfsprekend geworden dat ie er is en hij vormt intussen project zoveel-en-zoveel waar het om onderhoud gaat. Altijd ergens op de lijst der noodzakelijkheden. Afwatering, weggespoelde stenen en weggeslagen rijstroken herstellen, her en der stukje beton storten, snoeien langs de kanten, maaien overdwars.
Hoe dan ook, voor ons was het eerder dat we de molen kochten en er een knots van een ruïne en een lappendeken aan hectares kastanjeland bijkregen. En zo kwam veldje 315 ook in ons vizier.

Het stukje grond is een schuin aflopend extra breed terras, naast 'het verbrandde huis'. Aan de rand staan vlierbessenstruiken en een stevige pruimenboom waaronder je heerlijk kunt liggen zweven, het watergeraas ver weg, gezoem van ijverige insecten, fijn verstrooid zonlicht door het bladerdak, hier en daar een nog groene mirabel, waar je lekker lang naar kunt speuren, als je ogen tenminste niet onmiddellijk zijn dicht gevallen bij het neervlijen. Ergens midden in het veld staat een zo uit de kluiten gegroeide wilde rozenstruik, dat deze de vorm en afmetingen heeft gekregen van een iglo waar gemakkelijk een eskimofamilie met kinderen en kleinkinderen in kan wonen. Door de doornige rozentakken heen hebben zich bramen en zelfs druivenranken gevlochten en natuurlijk de allerlei grassen en pluimen en ook een mooi paars kruid, dat ik niet bij naam ken. Langs de rand aan de andere kant, op een iets hoger en veel smaller terras, staan sinds een paar jaar drie olijfboompjes, die door de olijvenkoopman van de markt speciaal uit Italië zijn meegebracht, alwaar ze hoog in de bergen geboren zijn en dus lage temperaturen kunnen weerstaan.
Dit is het landschap waarheen ontelbare mensen op vakantie gaan. Met recht.

Zolang we hier komen en wonen herinner ik me Tony's bekommernis om veldje 315. Wat er ook aan werk te doen is - en de lijstjes waarop de werkzaamheden staan zijn altijd maar prioriteitenlijstjes en de top van een ijsberg - veldje 315 staat erbij: er moet gesnoeid, gemaaid en zelfs geharkt, opdat de gesneden grassen het kortgeknipte gras eronder niet verstikt. De iglo die zich heeft kunnen opwerpen omdat een rozenstruik tussen het gras erg mooi was, zal er vandaag of morgen aan moeten geloven. Want zoals gezegd: ze groeit uit de kluiten en dat kan veldje 315 niet hebben. Zo'n karwei moet je vooraf nooit in uren en zweet en spierpijn willen inschatten. Zulk werk is al zwaar genoeg. Schat je het juist in, dan begin je er nooit meer aan. Schat je het te voordelig in, dan stapel je nog een frustratie op de inspanning.
Ik geloof dat deze regel voor heel wat werk geldt... Voor creatief werk bijvoorbeeld en niet minder voor ieder innerlijk evenwichtswerk.
De wortelhuishouding van heel het rozengeweld zullen we nooit totaal de grond uit krijgen. Er zal altijd iets achterblijven, tenzij we met chemie tekeer gaan. We hebben de struik te lang laten woekeren. Hoe dat zit met creatief werk, innerlijke evenwichtskunst en lang laten woekeren... daar heb ik nog niet over nagedacht. Maar pas op, als het uitzicht weer vrij is gemaakt en de grond weer gelijk, hoeveel wortelknoesten er ook onder verstopt mogen blijven zitten, dan is veldje 315 voorlopig weer schoon en ja, prachtig. Eerlijk waar. Een erg fijn veldje, gewoon om er eens naar te gaan kijken of om eens onder de pruimenboom te liggen...
En dan?
Dan gaat het weer regenen en de zon sch(r)ijnt erop en het gaat vast en zeker nog eens regenen en nog veel meer zon schijnen en de winter gaat erover en weer een nieuw lente... Kortom, veldje 315 gedijt in het ritme van de seizoenen, wordt een woestenij, geeft zich over aan de stoutmoedige handen van Tony en wie hem maar helpen wil, laat zich scheren en bekeren en keert dan jaarlijks onverrichter zake terug naar het ritme van de seizoenen en de wildernis die daarbij hoort.
Een groentetuin staat nog altijd niet ver genoeg bovenaan de lijst, dat we op zoek zijn naar een bulldozer of iets van die kracht, om het stukje grond zo grondig aan te pakken en om te ploegen dat er tomaten kunnen groeien. Ik bedoel maar, er zal ondanks al Tony's werk en soms het mijne of iemand anders, die zich zeker en vast afvraagt wat van zijn hulpvaardige bijdrage de bedoeling is, straks tóch een machine aan te pas moeten komen.
En trouwens, is dit veldje nog altijd wel het geschiktst voor de tomaten? Als dat 'verbrandde huis' toch niet gerestaureerd wordt, is het dan niet een beter idee om tezijnertijd dichter bij de molen te 'potageren'... Vragen te over. Het zit mij in het bloed. Daar weet Tony alles van. Ik zou uitstekend de naam 'mevrouw Ja maar' als bijnaam kunnen dragen.
Toch zwijg ik over veldje 315...
Zin of geen zin, volgende jaar zelfde plaats zelfde tijd.

Ik heb niet gezwegen vanaf het begin. Meerdere malen heb ik Tony gevraagd me te overtuigen van de waarde van al die inspanning, want iedere keer als het werk gedaan moest worden bekroop mij dezelfde vraag. Er is zoveel te doen, zo veel te veel, waarom sta je daar dan te zwoegen met die bosmaaier?
Ik ben zijn herhaald antwoord vergeten. Het lukt me blijkbaar niet het te incorporeren. Het past gewoon niet in de natuurlijke constellatie van mijn hersens en/of van mijn gedachteloos leven.
Is dat 'cultuur en samenleving', om het maar even kort en krachtig te houden? Is het dat weten, kiezen, plannen, inschatten, uittekenen, aanpakken en wat al niet meer op de kortste weg naar het beste resultaat, waarmee we zijn opgegroeid. Is het de vereenzelviging met het 'noodzakelijk nut der dingen', waar ik een vertrouwde rust uit haal? Ik was altijd al een kritisch meisje, dat wilde weten waar iets goed voor was.
Ja maar nee.
Ik herinner me dat ik zo'n tien jaar geleden met een vriendin dat verbrandde huis stond leeg te ploeteren van al dat woekerende groen dat erin was gaan groeien, tot en met bomen en struiken van meters hoog. We lachten ons rot met onszelf: alles zou weer gaan groeien zodra wij terug naar Nederland waren. Maar we vonden het héérlijk om iets ongeveer zinloos te doen. We hadden er vreselijk veel plezier in er eens lekker schoon schip te maken in de wetenschap dat de natuur ons gewoon weer zou inhalen. Juist dat gaf ons het lichtzinnig plezier.
Ja maar nee, dit was een zelfverkozen vrolijke uitstap. En alles is daarna inderdaad gewoon weer dichtgegroeid, maar met veldje 315 ligt het een beetje anders.
Ik beken dat ik me in het verleden goed op kon winden over ongerijmde werken waar Tony zich mee inliet en waarbij hij van mij hetzelfde verwachtte , maar dat doe ik niet meer. Iets doen of laten begaan, omdat een ander vindt dat het belangrijk is dat het gedaan wordt, heeft zo zijn eigen zin, die niet ligt in het resultaat, maar in het plezier van die ander. Niet snappen en toch doen maakt een mens bescheiden. Dat mag wat kosten.
Ja maar nee.
Er is hier meer aan de hand: ik heb al te vaak meegemaakt dat een in mijn oog onnodige handeling of weggegooide energie of dromerij tenslotte zijn zinnige uitdrukking vond in iets moois, iets handigs of iets bijzonders. Het gaat om dingen waaraan geen zinnig mens begint als ie van wanten weet, plant, inschat, berekent en zo meer, voor ie ergens aan begint. Dat werkt hier ook niet. De condities zijn zo onberekenbaar, dat je vroeg of laat toch bedrogen zou uitkomen. Dromen, beginnen en volhouden zijn de belangrijkste ingrediënten waarmee gebouwd wordt.

Jaren terug moest Tony aan het eind van een zomer kost wat kost nog op een zeker terras paaltjes uitzetten voor een hutje - of zoiets - dat op die onmogelijke plek ooit zou moeten verrijzen. Volslagen belachelijk, dacht niet ik alleen. Er zat van alles in de weg, er moesten die dag nog allerlei andere dingen gebeuren, voor we terug naar het noorden konden gaan rijden, maar die paaltjes en die touwtjes op precies de juiste punten moesten absoluut nog op hun plek. In wezen was hij zelf niet de laatste die de onzinnigheid van zijn actie wel aanvoelde. Maar toch. Koppigheid kent geen tijd. Je kunt ook zeggen: intuïtie serieus nemen. Of: baat het niet, het schaadt ook niet. Feit blijft dat hij een paar jaar achtereen af en toe stond te dromen met de blik op de onder het gras verdwenen paaltjes en touwtjes en je hem kon zien denken: daar moet nog iets, ik weet niet wat, maar hier moet nog iets. Hij heeft me zelfs nog eens gevraagd te tekenen, zo'n houten huisje, zoiets als... kijk.. nee, wacht... Zulke inspiraties verdwenen voor mij met de wisseling van de seizoenen, maar voor Tony niet.

Eindeloze uren staat hij te staren naar alle stadia van zijn werk op welk vlak dan ook. Meestal staat hij dan te fluiten of te neuriën. Hij rookt erbij. Hij drinkt erbij. Het ziet eruit of hij een beetje tevreden staat te zijn op wat hij die dag gedaan heeft of staat te fantaseren over hoe een berghelling kan veranderen in een houten huis met terras. Dat is het dan ook eigenlijk.
In gedachtenis aan de uitdrukking 'daar is over nagedacht', tegen de tijd dat er inderdaad een houten huisje oprijst op de berghelling waar de vermolmde paaltjes tussen de graspollen verdwaald waren, bestaat zijn nadenken uit Niet-nadenken. Uitleggen wat zich dan in hem afspeelt is erg lastig. 'Ik maak met mijn wil contact met 'intent',' zei hij laatst. Hij kijkt en richt zijn aandacht op iets dat aan die aandacht trekt. Iets dat zelf zijn contouren tekent, als het moment daar is. 'Intent' is voor hem een onafhankelijke, onpersoonlijke kracht. Het is de bron van een creatie vòòr er een mens aan te pas komt. Het is een potentie, een mogelijkheid, een aanbod. Je kunt er verbinding mee maken. Jezelf ermee in lijn brengen, je energie ertoe uitlijnen. Daar moet je dan je wil voor inzetten. Kijken, luisteren en veel tijd nemen. Be-ogen moet je het. Niet terugschrikken voor bizarre ideeën. Eigenwijs zijn maar niet te eigenwijs. Geduldig zijn maar niet te geduldig. Durven maar niets forceren. Als we woorden gebruiken, begrijp ik hem.
Misschien is het eigenlijk een soort geloof, overweeg ik. Waarom niet? Het lijkt me waarachtig een soort geloof, maar niet een geloof ergens ín. Nee, gewoon: geloven.

Begrijpen op het nivo van het dagelijks leven is onbegonnen werk. Alle keren dat ik dat probeerde, greep ik er goed naast. Moet voor hemzelf hetzelfde geweest zijn. Opwinding en willen weten waarom hij doet wat ie doet, dát is pas echt zinloos. Hijzelf heeft het ook moeten opgeven om te willen begrijpen waarom hij zoveel uren als een tevreden luilak stond te fluiten en tijd te vermorsen. Je eigen neiging niet interpreteren en je aandacht de weg laten gaan die het zelf zoekt... Zekerheid bestaat niet. Voor hetzelfde geld ben je tóch die tevreden luilak die tijd verprutst. Niemand kan dat weten dan wijzelf.

Zo is er veel begonnen dat later op zijn plek viel. Ik kan er me nog altijd intens en zelfs jaloers over verwonderen hoe het komt dat de dingen bij hem zo vaak op hun plek vallen. Is het omdat hij er hoe dan ook voor zorgt dat het idiote begin van iets tenslotte een bestemming krijgt, die hij dan dé bestemming noemt? Er komt altijd een of andere aap uit de mouw, die maakt dat alles wat gepasseerd is van belang en nuttig is geweest. Ik kan nog wel eens flink denken: ja, zo kan ik het ook; achteraf kun je mooie patronen tekenen die een relatie tussen jouw wil en 'intent' precies zo laten zijn als je theorie wil doen geloven! Alle om- en dwaalwegen incluis. Dat idiote idee als begin heb je dan zo kunnen kneden en draaien, dat je achteraf kunt zeggen: kijk, zo idioot was dat toch niet. Simpel gezegd: je slaagt altijd.
Tony zelf is er steeds vreselijk zeker van dat alles tenslotte precies gegaan is zoals het moest gaan en dat het resultaat op geen andere manier had kunnen worden behaald dan juist via zijn ogenschijnlijk idiote dromerijen en bizarre (om)wegen. Ik betwijfel nogal graag de onontkoombaarheid van de weg ernaar toe.
Maakt dat eigenlijk iets uit?
Ja maar nee. Niet als het resultaat er eenmaal is, dat al jaren eerder was 'be-oogd'. Een mooi terras is een mooi terras. Het maakt wel uit voor de weg erheen. Er kan een rots voor opzij moeten. En voor het gevoel aan het einde: de rust en zekerheid dat alles ging zo het moest gaan. Dat noem ik een kunst. Ik ben bang dat ik die ontbeer.
Ik moet het doen met de eeuwige twijfel die me altijd weer voortstuwt door de krochten van onderweg. Vragen, vragen vragen. Graven, graven, graven. Die zekerheid in 'en hij zag dat het goed was', dat is nou mijn droom.

Ik moet toch echt eens nadenken over die creatieve processen en ook over die innerlijke evenwichtskunsten. Gaat schrijven anders dan via wil en 'intent'? Leren we niet onszelf via de ander?

Kortom: de toekomst van veldje 315 ligt open en zal me benieuwen. Ik neem de hark op en zwijg. Op een dag zal Tony tevreden ontdekken dat zijn besognes en inspanningen tot hier toe precies nodig waren geweest om het mooie resultaat te behalen dat straks behaald zal worden. Een metamorfose van veldje 315 in wat het ook mag zijn.
En zo niet, dan ligt de bestemming nog in het verschiet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten